L'abito militare del Vescovo è rammentato in innumerevoli scritti e satire di que' tempi.
      (1196) Dartmouth, Annotazione a Burnet, I, 792; Citters, 26 novembre-6 dicembre 1688; Clarke, Vita di Giacomo, ii, 226, Memorie Originali; Clarendon Diario, 26 novembre, Politica della Rivoluzione.
      (1197) Clarke, Vita di Giacomo, ii, 236, Mem. Orig.; Burnet, I, 794; Luttrell, Diario; Clarendon, Diario, 27 novembre 1688; Citters, 27 novembre-7 dicembre, e 30 novembre-10 dicembre.
      Citters evidentemente ne fu informato da uno de' Lordi che si trovarono presenti. E poichè la cosa è importante, addurrò due brani de' suoi dispacci. Il Re disse: "Dat het by na voor hem unmogelyck was te pardoneren persoonen wie so hoog in syn reguarde schuldig stonden, vooral seer nytvarende jegens den Lord Churchill, wien hy hadde groot gemaakt en nogtans meyude de eenigste oorsake van alle dese desertie en van de retraite van bare Coninglycke Hoogheden te wesen" (uno dei Lordi, probabilmente Halifax o Nottingham) "Seer hadde geurgeet op de securiteyt van de lords die nu met syn Hoogheyt geengageert staan. Soo hoor ick" dice Citters "dat syn Majesteyt onder anderen soude gesegt hebben; - Men sprekt al voor de securiteyt voor andere, en nient voor de myne. - Waar op een der Pairs resolut dan met groot respect soude geantwoordt hebben dat, soo syne Majesteyt's wapenen in staat waren on hem te connen mainteneren, dat dan sulk syne securiteyte koude wesen; son niet, en soo de difficulteyt dan nog te surmonteren was, dat het den moeste geschieden door de meeste condescendance, en hoe meer die was, en hy genegen orn aan de natie contentement de geven, dat syne securiteyt ook des te grooter soude wesen.